Sneeuw in Den Haag! Ik raakte behoorlijk enthousiast. Het was al bijna nacht en terwijl ik met een vriendin de bioscoop uit loop begint mijn hart al kleine sprongetjes te maken. Het enige waar ik aan kan denken is Manu. Oh Manu! Wat zal hij dit gaaf vinden. Op een of andere manier link ik sneeuw direct aan Manu = Husky = kouliefhebber. Sneeuw = koud. Dus Manu vindt sneeuw leuk. Klaar, basta, finito.
Eenmaal thuis word ik enthousiast begroet en houd ik de deur even open zodat Manu naar buiten kan kijken. Ik verwisselde mijn nette hakken voor baggerige laarzen, pakte de riemen en we liepen naar buiten. Ach, arme Uma haar jas vergeten. Ach, we lopen wel door. Manu kijkt niet eens. Wat!? Je bent een Húsky, je hoort in de sneeuw. “Manu, kíjk dan”. Manu fronst en kijkt wat geïrriteerd schuin omhoog waar ik met een enge grijns naar hem staar. Alsof hij zei: “heb koek of houd je kop”. Ik besluit dan zelf maar een slide te maken en dit keer kijkt Uma geïrriteerd omhoog. Ik glijd bijna onderuit en begin te lachen. Hierop kwispelt Manu en komt kijken wat ik nu toch weer aan het doen ben. Ik pak met mijn blote handen wat van de koude sneeuw op en maak er een balletje van. Ik gooi het omhoog en Manu probeert het te vangen. Hij hapt de bal stuk en mept er met beide voorpoten nog eens op. Uma staat dit gedoe afkeurend te bekijken en begint wat te trillen. Ik leg mijn shawl over haar heen en kus haar kop.
Eenmaal aangekomen bij het losloopgebiedje vlakbij ons huis klik ik Manu’s lijn los. Wachtend op een sneeuwspektakel sta ik nog steeds grijnzend naar mijn hond te kijken. Manu draaft naar de eerstvolgende struik, parkeert zijn billen erin en gaat zitten poepen. Ik kijk naar Uma die wat bibberend met nog steeds mijn shawl over haar rug staat te kijken naar wat zich afspeelt. Nadat ik Manu’s productie heb opgeraapt loop ik achter hem aan het pad op. Ik kom een mevrouw tegen met haar boomertje aan de flexi. Manu draaft hen voorbij en de mevrouw blijft stilstaan, kijkt achterom en richt zich daarna tot mij: “die heeft geluk zeg, echte sneeuw”. Ik glimlach naar haar terwijl Uma haar kleine hondje op een vriendelijke en rustige manier gedag zegt door haar neus even tegen zijn neus aan te zetten. We zetten onze wandeling voort.
Even later loopt er een man met een Springer spaniel ons tegemoet, ook hij blijft even staan en zodra ik hem passeer zegt hij me: “nou die vindt het vast prachtig, in zijn eigen omgeving zo hè”? Weer glimlach ik en er komt een schaapachtige “ja” uit mijn mond. Hij wijst lachend naar Uma maar zegt verder niets. De hangjongeren op het parkbankje trekken hun benen op zodra Manu voorbij komt. Voorzichtig maar zeer geïnteresseerd bekijken ze Manu en proberen hem aan te raken. “Mevrouw, dit is toch zo’n echte sneeuwhond”? “Klopt ja”. Manu is zich van al deze interesse niet eens bewust en draaft in het donker vrolijk verder de struiken door, het gras over en marineert elke boom in zijn mannelijke geur.
Eigenlijk is het jammer dat Manu als sneeuwhond niet meer in de sneeuw kan komen dan nu. Ook kan hij niet volop sleeën trekken, iets dat hij toch in zijn bloed heeft zitten. Ik heb wel geprobeerd of hij wilt trekken voor een step (kickbike) maar helaas blijft het bij een sullig drafje en is hij liever bezig met snuffelen en zijn eigen dingen. Hoeveel behoefte zal hij er nu werkelijk aan hebben? Ik denk dat ik een tevreden hond heb en ik zie ook wel dat hij gelukkiger is in de kou dan in de hitte. Gelukkig hebben we in Nederland weinig hitte maar ja, ook weinig sneeuw. Helemaal hier aan de kust. Vorst is zelfs zeldzaam.
We gaan er binnenkort achterkomen wat hij van echte sneeuw vindt want we gaan naar een wintersportbestemming in Duitsland, vlakbij Oostenrijk!